Verschil tussen Hay en Estar:

  1. Gebruik van Hay (er is / er zijn):

    • Wordt gebruikt om het bestaan van iets of iemand aan te duiden, zonder specifieke locatie.
    • Voorbeeld:
      Hay una silla en la sala. (Er is een stoel in de kamer.)
      ¿Hay alguien aquí? (Is er iemand hier?)
  2. Gebruik van Estar (zich bevinden):

    • Wordt gebruikt om de specifieke locatie van iets of iemand aan te geven.
    • Voorbeeld:
      La silla está en la sala. (De stoel bevindt zich in de kamer.)
      Juan está en casa. (Juan is thuis.)

 

  • 🐴 Ezelsbruggetje

    "HAY = iets is ER, ESTAR = iets is DAAR."

    • HAY una silla → er is een stoel.

    • La silla ESTÁ aquí → de stoel is dáár (op een specifieke plek).

Maak jouw eigen website met JouwWeb